Tiny en Erik zijn beiden al zo’n 3 tot 4 jaar lid van de OR: “We krijgen wel eens te horen: ‘jullie van de OR zitten alleen maar koffie te drinken.’ Daar lachen we dan om en als we vertellen wat we werkelijk doen bij de OR, zeggen ze: ‘dat is niks voor mij, want dan moet je zoveel stukken lezen.’”

De Ondernemingsraad van Het Laar heeft een paar vacatures en is daarom op zoek naar leden! Aan Erik en Tiny de vraag om te vertellen hoe leuk het is om bij de OR te werken. Dat kost hen geen moeite, omdat de rol als OR-lid hen als gegoten zit. Tiny werkt bij de Laarsuite en Erik is kok. Beiden werken al jaren prettig in hun team en hebben het naar hun zin bij de OR, wat voor hen als hun ‘tweede team’ voelt. Ze zien zich niet als een waakhond, die gromt en afschrikt als iets ze niet bevalt. “We zijn meer een soort hulphond, we begeleiden, we zijn verbinders waardoor alles in Het Laar soepeler loopt.”

Waarom zijn jullie lid van de OR?
Tiny: “Ik heb mijn eigen werk, maar ik vind het leuk om daarbuiten iets heel anders te doen. Ik leer andere collega’s kennen en ik krijg een totaalvisie op hoe Het Laar als organisatie werkt. Dat vind ik heel interessant.” Erik: “Het is leuk om vanuit een soort helicopterview de organisatie te leren kennen en vanuit je eigen werk signalen door te geven.”

Heb je als OR-lid vaak met problemen te maken?
“Dat is zeker niet zo,” vertelt Erik. “We worden juist betrokken bij de ontwikkelingen in Het Laar vanuit een positieve insteek, omdat we de ogen en de oren van de medewerkers zijn. Als OR overleggen we met Lonneke, de bestuurder om te voorkomen dat er problemen ontstaan. We krijgen de ruimte om mee te denken hoe we het werk leuker kunnen maken.” Tiny: “Het Laar is een goede werkgever. De OR wordt belangrijk gevonden. We zitten direct aan tafel met Lonneke. Je merkt dat we gewaardeerd worden, we kunnen in alle openheid en eerlijkheid meepraten.”

Wordt er gedacht dat de OR een soort vakbond is?
Erik: “Dat beeld van de OR is er soms wel maar is niet juist. We zijn geen lid van de OR om onze eigen positie te verbeteren, of uit een soort van onvrede. Ook is het niet de bedoeling dat je alleen voor ‘jezelf of je eigen team’ praat, hoewel je wel dingen vanuit je dagelijkse ervaring inbrengt. We hebben echt invloed op het beleid van Het Laar, omdat ons gevraagd wordt daarover mee te denken. Daarom is het belangrijk dat er vanuit elk team iemand in de OR zit. Zodat iedereen vertegenwoordigd is.”

Hoe zit het dan met die stukken, moeten jullie veel lezen?
Erik en Tiny denken goed na: “Mensen vragen zich vaak af of OR-lid zijn ingewikkeld is. We moeten ons inderdaad voorbereiden op een overleg, soms moeten we stukken lezen. Maar om dat te kunnen worden we door Het Laar ondersteund. Wekelijks zijn er uren in ons rooster beschikbaar voor dit werk. We hebben jaarlijks met de hele groep een tweedaagse training met overnachting. Dat zijn hele gezellige dagen, maar ook zeer vruchtbaar. Je leert er ontzettend veel van. Het OR-lidmaatschap staat open voor iedereen. Er zijn geen drempels. Maar je moet wel willen investeren, willen groeien. Eigenlijk moet je jezelf afvragen als je dit leest: waarom zou jij juist níet bij de OR willen? Wij kunnen niet anders zeggen dan dat het ons leven heeft verrijkt.”